Terug naar alle blogs
6 mei 2021
Leestijd:
8 minuten

De impact van flexibilisering op het onderwijsaanbod

Flexibel onderwijs is de standaard aan het worden. Dit heeft veel impact op de organisatie van het onderwijs, niet alleen voor studenten en docenten, maar voor de hele onderwijsketen. Lees hier de impact van verschillende onderwijsvormen op het onderwijsaanbod en de onderwijsvoorbereiding.

Auteur:
Gijs Boosten

De impact van flexibilisering op het onderwijsaanbod

Onderwijsinstellingen krijgen vanuit alle hoeken de roep om het onderwijs te flexibiliseren. Studenten vragen steeds meer om meer keuzevrijheid en om onderwijs op hun eigen tempo en plaats te kunnen volgen. Het aanbieden van flexibel onderwijs heeft impact op het onderwijsaanbod en de ontwikkeling van het onderwijs. 

Waar eerder bijna iedereen zich vasthield aan een (bijna) vast onderwijsprogramma zien wij dat hier nu een grotere dynamiek in ontstaat. Elke opleiding die het curriculum aan het vernieuwen is kiest een eigen onderwijsvisie en bijpassend onderwijsprogramma. Na analyse van diverse vernieuwende onderwijsmodellen zien wij drie categorieën onderwijsaanbod ontstaan.

  1. Volgordelijk onderwijs
  2. Modulair onderwijs
  3. Geïntegreerd onderwijs

Het onderwijsaanbod wordt bij ieder van deze drie categorieën op verschillende manieren georganiseerd. Wij werken deze drie onderwijsmodellen uit in deze blog.

1. Volgordelijk onderwijs

Bij volgordelijk onderwijs stroomt de student in bij de start van de opleiding, maakt onderweg een aantal keuzes en stroomt vervolgens via een afstudeerrichting uit. Hiermee bepaald de opleiding de volgordelijke structuur van het onderwijsprogramma en waar de student mogelijke keuzes kan maken. In deze structuur zijn de Wat (leerdoelen/competenties, toetsprogramma), de Hoe (onderwijsprogramma) en de beperkte Keuzes (volgorde en inhoud) vastgelegd.

De voordelen van een volgordelijk onderwijsmodel zijn:

  • Het aantal te verwachten studenten per periode en jaar zijn voorspelbaar.
  • De onderwijsplanning is makkelijk van tevoren te organiseren.
  • Je kan van een gemeenschappelijke voorkennis uitgaan.
  • Het is relatief eenvoudig om te communiceren naar de student.

Uitdagingen bij een volgordelijk onderwijsmodel zijn:

  • Als een student iets niet haalt loopt hij/zij snel onderwijsachterstand op.
  • Lastig om bij de wensen van een deel van de studenten aan te sluiten.
  • Weinig ruimte in organisatie bij uitzonderlijke gebeurtenissen door de vaste planning en volgorde van het onderwijs.

2. Modulair onderwijs

Het tweede onderwijsmodel dat wij behandelen is het modulair model. Dit onderwijsmodel is te vergelijken met een blokkendoos waarbij de opleiding vaste modules (blokken) aanbiedt. Het is aan de student om deze modules op te stapelen om de opleiding succesvol te kunnen afronden. Hieraan zijn vaak voorwaarden verbonden, zodat de student uiteindelijke voldoet aan de eisen van de opleiding. 

De student heeft bij modulair meer keuzevrijheid in de volgorde en de inhoud waarin de verschillende modules worden gevolgd. De modules zelf volgen wel een vaste structuur. De Wat en Hoe is nog steeds met elkaar verbonden op vakniveau. Hierdoor is het noodzakelijk dat de opleiding twee structuren vastlegt, namelijk: 

  1. Onderwijs per module: Een onderwijsprogramma en toetsprogramma over wat de student leert per module.
  2. Keuzeopties in de studie: Kaders voor de studiepaden voor zowel inhoud als volgorde van de student gerelateerd aan de modules. 

Binnen het modulaire onderwijs is de opleiding verantwoordelijk voor het onderwijs dat de student per module volgt. De student is verantwoordelijk voor het samenstellen van een onderwijsprogramma binnen de kaders die de keuzeruimte biedt.


De voordelen van een modulair onderwijsprogramma:

  • Studenten kunnen een profiel kiezen die het beste bij hen past.
  • Het niet halen van een onderdeel hoeft niet tot extra vertraging te leiden.
  • Mogelijkheid om in eigen snelheid en volgorde te studeren.

De uitdagingen bij een modulair programma:

  • Studenten begeleiden bij het maken van de keuzes.
  • Keuzes goed vastleggen en communiceren.
  • Aantallen studenten per module per moment zijn lastiger in te schatten door keuzevrijheid.
  • Gemeenschappelijke voorkennis is lastiger in te schatten.

3. Geïntegreerd onderwijs

De derde variant die wij steeds meer voorbij zien komen is geïntegreerd onderwijs. Hierbij wordt er gewerkt met grotere blokken van onderwijs waarbij de student aan verschillende competenties werkt. Een onderwijsactiviteit is niet direct aan één module/vak gelinkt maar bijdraagt aan een aantal leerdoelen/competenties. De studenten kunnen vaak keuzes maken binnen de grote blokken over bijvoorbeeld welke rol zij bij een project invullen of welke verdieping zij willen volgen. De student wordt via het programma van het blok voorbereid op verschillende toetsmomenten tegelijk. 

Het doel is om onderwijs niet meer per vak te organiseren, maar geïntegreerd onderwijs aan te bieden waarbij de student kennis en vaardigheden opdoet over verschillende onderwerpen en competenties. Ook is het mogelijk dit te combineren met modulair onderwijs, waarbij de studenten steeds kiezen uit verschillende blokken van geïntegreerd onderwijs.

In deze structuur zijn de Wat (leerdoelen/competenties, toetsprogramma) en de Hoe (onderwijsprogramma) niet meer één op één met elkaar verbonden. Daarnaast ontstaat optioneel een derde structuur om de kaders voor de studiepaden vast te leggen, hier de keuzeopties van de student. 

  1. Leerdoelen, competenties en toetsprogramma: De structuur die bepaalt wat de student kunnen en kennen en hoe dit getoetst kan worden. 
  2. Onderwijsprogramma: De structuur die bepaalt hoe de student de competenties gaat leren.
  3. Keuzeopties van de student: De mogelijke volgorde van de onderwijsblokken die de student kan volgen (optioneel).

Bij geïntegreerd onderwijs is de opleiding verantwoordelijk voor: Samenstellen van het onderwijsprogramma, het toetsprogramma, de leerdoelen en de student begeleiden bij het maken van de juiste keuzes.

Voordelen van een geïntegreerd onderwijsprogramma:

  • Student ziet de samenhang van onderwijs en praktijk beter.
  • Mogelijkheden om interdisciplinair onderwijs te verzorgen.
  • Er ontstaat sneller een community.

Uitdagingen van een geïntegreerd onderwijsprogramma:

  • Student goed inzicht geven hoe het onderwijsprogramma samenhangt met de leerdoelen en competenties.
  • Gemeenschappelijke voorkennis is lastiger in te schatten.

Algemeen beeld

Er ontstaat steeds meer behoefte aan flexibel onderwijs. Het loslaten van de volgordelijke onderwijsvorm biedt veel mogelijkheden voor de student en onderwijsorganisatie. In het kort zien wij de volgende:

  • Onderwijs meer afgestemd op het individu op zowel inhoud, vorm en tijd.
  • Onderwijs in samenhang aanbieden, zodat de student natuurlijker leert (geïntegreerd onderwijs).

Bij het organiseren van deze (nieuwe) onderwijsvormen zien wij een aantal uitdagingen voor de onderwijsorganisatie: 

  • De samenhang tussen inhoud, uitvoering en keuzes in het oog houden.
  • Kunnen omgaan met de minder voorspelbare instroom en kennisniveau.
  • Het goed informeren, begeleiden van de studenten.
  • Het kunnen vastleggen van de keuzes door de student.

Met de juiste tools is het mogelijk om dit binnen de huidige kaders van de onderwijsinstelling te organiseren. Hierbij is het zaak zich al in een vroegtijdig stadium voor te bereiden op de nieuwe modellen, zodat de student, docent en organisatie weet hoe dit in de praktijk werkt.

Om het aanbod van onderwijs te structureren ongeacht het onderwijsmodel is SQill ontwikkeld. Hierin kan de opleiding het onderwijs, de keuzes en relaties tussen activiteit, competentie of modules vastleggen en vertalen naar de onderwijsuitvoering. Meer weten over SQill neem contact op via het contactformulier of via hello@sqill.it.